Voeding; iedere dierenarts weet dat het superbelangrijk is, maar praktijk van alledag is dat voeding HET ondergeschoven kindje is in de praktijk. Tijdens de opleiding, wanneer we in aanraking komen met het vak voeding dan is het eerste wat opvalt dat er zoveel gerekend moet worden, en wat hebben we daar een hekel aan. Rekenen aan energiedichtheden van voeding, rekenen aan energiebehoeften, om nog naar niet beginnen over rekenen aan behoefte aan losse voedingsstoffen. Immers heeft het lichaam behoefte aan voedingsstoffen, dus als we zeker willen weten dat het lichaam krijgt wat het nodig heeft, dan moeten we de rekenmachine ter hand nemen. De ervaring van alle dag is echter dat er slechts weinig gerekend wordt. Immers hebben we complete (dieet)voedingen, waarbij de fabrikant daar voor ons over nagedacht heeft. Deze zijn compleet geformuleerd, en als Fikkie of Minoes er voldoende van eten dan komt het allemaal goed, toch?

Het belang van maatwerk
Bij het meegeven van een zak voeding is het devies vaak dat de eigenaar vooral achter op de verpakking dient te kijken, dat daar de voedingshoeveelheid benoemd staat die de hond of kat nodig heeft. Maar wat nou als Fikkie of Minoes met het geven van deze hoeveelheid veel te zwaar wordt? Of dat die kleine pup daar veel te hard op groeit? Dan wordt er al snel geadviseerd vooral minder voeding te gaan te geven. Maar kan dat zomaar? Komt Fikkie, Minoes, of puppy dan geen voedingsstoffen tekort? Veel puppyvoeders worden bijvoorbeeld redelijk scherp geformuleerd wanneer het op de bouwstoffen calcium en fosfor aankomt, juist om botgroei problemen te voorkomen. Zomaar minder geven kan betekenen dat de hoeveelheid aan bouwstoffen te laag wordt en er dus tekorten gaan ontstaan in de voeding. Daar wordt echter zelden tot nooit over nagedacht. Als we niet rekenen dan weten we het niet, en de ellende is dat we er vaak laat achter komen dat zaken niet helemaal ideaal waren. Het lichaam heeft een enorme reservecapaciteit om tekorten langdurig te compenseren voor het fout gaat. En helaas wordt dat compensatiemechanisme maar al te vaak aangesproken.

Voeding is dus meer dan alleen die zak voer op de balie zetten en aangeven dat de voedingen die via de praktijk verkocht worden toch echt van betere kwaliteit zijn dan supermarktvoeding. Dat is echter wel het niveau van advies in veel praktijken vandaag de dag. Goed voedingsadvies is een advies op maat, met daarbij de achtergrond van het dier in ogenschouw nemend. Zaken als castratie/sterilisatie, activiteit, lichaamsconditie dienen allemaal meegenomen te worden bij het geven van een goed advies op maat. Dit leidt tot een eerste inschatting in de energiebehoefte. En dan dien je idealiter te kijken welke voeding passend is voor een dier met die betreffende energiebehoefte.

Goed voedingsadvies betekent ook goed opvolgen wat jouw initiële advies voor gevolgen heeft. Dus gaat de groei van die pup niet te snel, blijft die volwassen hond of kat goed op gewicht bij de voorgestelde voerhoeveelheid? Dus regelmatige opvolging van gewicht en lichaamsconditie, zodat het voeradvies nog beter wordt afgestemd op de individuele situatie van de patiënt. En denk daarbij ook aan het in kaart brengen van de extra’s die het dier krijgt. Groeit een pup te snel, of wordt een hond of kat te dik, vraag dan ook naar de extra’s en doe daar eerst iets aan voordat geadviseerd wordt om de voerhoeveelheid te verlagen.

Goede voedingsadvies geven is maatwerk, en om dat te vergemakkelijken en de kwaliteit van de advisering te verhogen heb ik FeedWise ontwikkeld. Een onafhankelijk voedingsplatform voor de dierenartsenpraktijk die het mogelijk maakt op maat te adviseren, de patiënt op te volgen, en die ook nog eens in de gaten houdt of de benodigde voedingshoeveelheid in alle behoeften van het dier voorziet.

Benieuwd naar deze oplossing in de voedingsadvisering voor de dagelijkse praktijk?

Vraag dan een vrijblijvende demo aan.

Comments are closed